“Trots op wat sectie heeft neergezet”
Expertteam Bevolkingszorg draait op volle toeren tijdens coronacrisis
Noord-Holland Noord “mag blij zijn” dat de gemeenten de veiligheidsregio in 2015 een coördinerende rol hebben gegeven in de organisatie van Bevolkingszorg. Dat constateert Ben Looije. De programmamanager en loco-gemeentesecretaris bij de gemeente Den Helder trad tijdens de coronacrisis op als algemeen commandant (AC) Bevolkingszorg. “We mogen als sectie trots zijn op wat we hebben neergezet.”
Hoe het in de oude situatie van voor 2015 zou zijn gegaan: hij durft het niet te zeggen, bekent Ben Looije. “Maar nu …. alles klopte. Ik was als AC de spin in het web, omgeven door mensen die zijn geoefend en getraind, die het klappen van de zweep kennen, weten wat ze te doen staat en kunnen terugvallen op een sterk regionaal netwerk. Ik had permanent twee coördinatoren, een informatiemanager en twee tot drie medewerkers van de veiligheidsregio tot mijn beschikking. Een uitstekend, proactief team, en aanvullend stonden vier gemeentelijke juristen en twee gemeentelijke adviseurs klaar om bij te springen. Vanaf het eerste moment liep het gesmeerd. Dat is allemaal mede te danken aan de keuze die in 2015 is gemaakt om Bevolkingszorg op deze wijze te professionaliseren.” Ben Looije zat begin maart nietsvermoedend midden in zijn vaste piketweek toen hij werd gebeld door Operationeel Leider Petra Abma voor een zogenoemd ‘pre-ROT’ (Regionaal Operationeel Team) vanwege de latente dreiging van een grote corona-uitbraak. “De volgende dag zat ik ineens te vergaderen in het crisiscentrum in Alkmaar. Niemand wist welke kant het zou opgaan of wat ons wel of niet te wachten stond, maar we besloten ons wel te prepareren. Handelingsperspectieven, scenario’s, dat soort dingen. Dat ging op zich nog redelijk relaxt. En toen was het ineens donderdag 12 maart en GRIP4. ‘Boem’, dacht ik. Want GRIP4 is fors. Dan verschuift alle bevoegdheid ineens naar de voorzitter van de veiligheidsregio.”
“De eensgezindheid was echt enorm”
Continuïteit
Met de afkondiging van GRIP4 kwam het aan op het snel optuigen van de crisisorganisatie en de stafsectie Bevolkingszorg. “Het bijzondere en onderscheidende aan ons Expertteam is dat we allemaal een baan hebben, Bevolkingszorg doen we ‘erbij’. Voor kortere tijd is dat niet zo’n probleem, maar zo’n sectie gedurende langere tijd operationeel houden zijn we niet gewend. Het borgen van bezetting voor de langere termijn was daarom een van de eerste dingen die we in gang hebben gezet. We moesten zorgen dat de continuïteit was geregeld.”
Maar de bemensing van de stafsectie was relatief vlot voor elkaar (“Dat deden de coördinatoren zelf eigenlijk al, daar hoefde ik niet eens achteraan”), waarmee de focus al snel op de operationele taken kon worden gelegd. “Onze eerste actie was het vinden en inrichten van een regionale opvanglocatie voor mensen die om redenen niet in thuisisolatie konden (later specifiek de zieke dak- en thuislozen), inclusief het inregelen van bemensing. Die locatie vonden we uiteindelijk relatief snel in Heiloo. De tweede actie was vervolgens in samenwerking met de gemeenten een solide communicatiepoot opzetten. Want iedereen had vragen en zocht antwoorden.”
Handhaving
Het aansturen van de stafsectie “was geen ingewikkelde klus”, benadrukt hij. “Voor een deel was het ‘business as usual’: veel handelen, regelen en voorsorteren op wat mogelijk komen gaat, terwijl je niet 100 procent weet wat er speelt. Dat is elke crisis eigen. Wat we niet waren gewend was de lange duur. Daarnaast moesten we steeds opnieuw schakelen, omdat de noodverordeningen relatief snel veranderden. Met name de koppeling tussen de politie en de boa’s van de gemeenten en de Omgevingsdienst was in dat opzicht intensief, ook omdat veel vragen van de gemeenten zich op de handhaving concentreerden. Dat was echt wel hét ding gedurende deze crisis. En we wilden regionaal graag op één lijn blijven. Uiteindelijk is dat goed gelukt, ook dankzij de korte lijnen die we met de politie in het ROT hadden. Dat maakte de afstemming gemakkelijker – in alle opzichten overigens. Als Bevolkingszorg zijn we binnen het ROT echt van toegevoegde waarde geweest. Andersom kregen we ook veel terug natuurlijk. Het was bovendien fijn om in het ROT als team te mogen samenwerken om deze crisis het hoofd te bieden.” Hij kijkt buitengewoon tevreden terug op de manier waarop de sectie Bevolkingszorg heeft gefunctioneerd. “En dan is met name een welgemeend ‘chapeau’ op zijn plaats voor de medewerkers: de coördinatoren, de informatiemanager en de collega’s van de veiligheidsregio. Zij hebben het feitelijke werk gedaan, gezorgd voor de noodzakelijke juridische afstemming en de goede contacten met de gemeenten. Het was voor hen intensief en lang hard werken. Ik ben heel benieuwd naar de evaluatie die straks komt, maar we mogen met z’n allen denk ik trots zijn op wat we hebben neergezet.”
Pluim
Evenzeer verdienen de gemeenten een pluim, die gedurende de crisis zonder morren bereid bleven mensen vrij te maken, “mijn eigen werkgever voorop”. Daarnaast is hij vol lof over de collegialiteit binnen het Expertteam Bevolkingszorg. “We hebben zes algemeen commandanten. Samen met Anita in ’t Veld heb ik de ‘coronataak’ op me genomen, wat voor de andere vier betekende dat ze vaker op hard piket stonden voor eventuele andere incidenten, crises of rampen. Maar ook dat gebeurde zonder enige wanklank. Het werd gewoon ingevuld. De eensgezindheid was echt enorm. Ik vond dat heel bijzonder om te ervaren.”