ALS AOV’er IN DE REGIONALE CORONACRISISSTAF

Hectische, maar nuttige weken

Lionique is in het dagelijks leven ambtenaar Openbare orde en Veiligheid (AOV) in de gemeente Den Helder. Afgelopen september verving ze Marga Dekker drie weken lang in de stafsectie bevolkingszorg Corona. Deze sectie ondersteunt de algemeen commandant bevolkingszorg Corona en bestaat voor een deel uit leden van het Expertteam bevolkingszorg, aangevuld met AOV’ers en medewerkers van de veiligheidsregio. Vertrouwd met het coronadossier als Lionique is, leek het “een klusje erbij” te worden. Tot het kabinet ineens allerlei maatregelen aanscherpte.

“In mijn werk ben ik sinds begin dit jaar vrijwel dagelijks met corona bezig, lokaal zowel als regionaal”, zegt Lionique. “In de gemeente Den Helder ben ik verantwoordelijk voor de uitleg van de coronamaatregelen en daarnaast ben ik betrokken bij het Regionaal Overleg Crisisbeheersing (ROC, red.), waarin alle zeventien gemeenten in Noord-Holland Noord het beleid en de maatregelen zoveel mogelijk onderling afstemmen.”

Schakel

Normaliter spelen haar activiteiten in regionaal verband zich niet in de stafsectie Bevolkingszorg af. Medio september was dat drie weken lang wel even het geval, toen ze tijdelijk plaats nam in deze sectie. “Eigenlijk vormde ik in die positie de schakel tussen het ROC en de sectie. Je bent een soort doorgeefluik. Ik zag het als een dagelijkse taak erbij, niet al te intensief, ook omdat het maar om een paar weken ging. Tot het kabinet ineens met de tweede golf nieuwe maatregelen afkondigde en beperkingen oplegde aan de omvang van groepen in gebouwen en in zogenoemde doorstroomlocaties. Veel organisaties en instellingen wilden een ontheffing om meer dan dertig mensen binnen te mogen laten, maar als sectie waren wij nog volop bezig met het afstemmen van het beleid op dat punt. Dat maakte het van het ene op het andere moment best hectisch.” De grootste ‘hersenbreker’ was de omschrijving ‘Gebouw van groot belang’, die het Rijk specifiek benoemde, herinnert zij zich. “Overal mochten maximaal dertig mensen binnen zijn, alleen deze ‘Gebouwen van groot belang’ kwamen voor ontheffing in aanmerking. Maar hoe bepaal je wat een gebouw van groot belang is? Welke gebouwen komen voor die definitie in aanmerking? Het Rijk gaf op dat punt geen duidelijke handvatten. Als schakel tussen sectie en ROC was het mijn taak die vraag uit te zetten bij alle zeventien gemeenten en de feedback die erop kwam vervolgens weer te bundelen.”

“Ik zat dichter op het vuur en kon zien wat achter de schermen gebeurde”

Belangen

Ze kwam zo min of meer tussen twee vuren te staan: alle gemeenten probeerden waar het kon hun belangrijkste gebouwen onder de omschrijving van ‘Gebouw van groot belang’ te scharen, terwijl de veiligheidsregio niet alles kon honoreren. Vanuit de sectie was al snel duidelijk dat de omschrijving nauw zou worden, terwijl ze zelf het belang van een gemeente goed snapt. “Ik probeer voor mijn eigen gemeente natuurlijk ook dingen voor elkaar te krijgen en snap dat andere AOV’ers dat ook doen. Het was zeker werkbaar, maar het was best even een spanningsveld.” Daarbuiten plukte ze vooral de vruchten van haar werk in de sectie. “Ik zat dichter op het vuur en vanuit mijn positie in de sectie kreeg ik meer achtergrondinformatie, kon ik goed zien wat er allemaal speelde en wat achter de schermen gebeurde en zag ik ook veel scherper wat het grote plaatje was: in regionaal verband, maar ook in de context van het landelijke perspectief. Je ziet hoe afwegingen moeten worden gemaakt die het lokale belang ver overstijgen, terwijl dat grote plaatje in mijn dagelijkse werk iets is waar ik alleen maar naar kan gissen. Op dat punt waren het nuttige, leerzame weken.”