Spontane burgerhulpverlening:

“In goede banen leiden, dat is de crux”


AED Burgerhulpverlening, voorbijgangers die bij natuurbranden spontaan een vuurzweep ter hand nemen, strandbezoekers die een drenkeling te hulp schieten, omwonenden die bij een groot incident opvang aanbieden. Niet-hulpverleners schieten gevraagd en ongevraagd te hulp. Maar is dat handig? “Het gaat erom dat je het in goede banen leidt.”

Spontane hulp van burgers bij incidenten is een van de aandachtspunten bij de veiligheidsregio. “Wat verstaan we eronder, wat kunnen we ermee en hoe gaan we ermee om?”, zei Diana Schutte als inleiding op een workshop voor leden van het Expertteam Bevolkingszorg eind vorig jaar in Hoorn. “Landelijk is bestuurlijk bepaald dat we het gaan omarmen. Deze workshop is voor onze regio een eerste begin, een verkenning. De bedoeling is niet dat we het in allerlei procedures dichttimmeren. Maar wel dat we bewuste keuzes maken.” Leren van ervaringen elders is onderdeel van de verkenning. Achttien leden van het Expertteam schoven om die reden in Hoorn aan voor de workshop van Ina Strating, directeur-eigenaar van De Crisiscentrale en gespecialiseerd in de communicatie in de nafase van incidenten. Op dat terrein werkte zij onder meer mee aan de ontwikkeling van een gratis e-module, in opdracht van het IFV.

Framewerk De porté van haar verhaal: spontane burgerhulp is een vast gegeven, niet weg te denken. “Bij het incident met de monstertruck in Haaksbergen in september 2014 (drie doden en 24 gewonden, red.) schoten direct tal van mensen te hulp voor het verlenen van eerste hulp. Dat is heel mooi, het heeft levens gered. Je kunt het niet tegenhouden, en je moet het als overheid ook niet wíllen tegenhouden, maar het is wel belangrijk dat uiteindelijk een framewerk ontstaat voor het structureren van die hulp”, sprak ze. Zij behandelde in de workshop drie casussen waarin van burgerhulpverlening sprake was: een zeer grote brand in een woonzorgcentrum in Nijmegen (2105), de zoektocht naar een vermiste (en naar later bleek overleden) student bij een brand in Leeuwarden (2013) en de containerramp op de Noord- en Waddenzee rond oud en nieuw 2018/2019. Drie incidenten met een volledig eigen dynamiek en dito impact. “In Leeuwarden vond een grote brand plaats waarbij een student om het leven kwam en vele inwoners hun huizen en eigendommen verloren. De week na de brand werd #058helpt opgericht. Door die actie waren alle inwoners die door de brand waren gedupeerd, binnen een week weer voorzien van goederen. Het was met elkaar en voor elkaar, ‘mienskip, noaberschap’. En de burgemeester gaf daarbij alle ruimte.”

“De drive van burgers om te helpen, die emotionele betrokkenheid, die is er en die blijft”

Kracht Bij de ramp met containerschip MSC Zoe op de Noordzee was de toeloop van mensen zo groot, dat een aantal vrijwilligers uiteindelijk een interactieve kaart online hebben gezet met daarop de plekken waar hulp goed kon worden gebruikt. Daarbij werden ook alle sociale media ingezet. Het was een gebeurtenis, aldus Ina Strating, waarbij de kracht van de samenleving goed zichtbaar was: met minimale coördinatie vanuit de overheid trokken de dagen na de ramp honderden mensen spontaan naar de stranden en kwelders om die te helpen opruimen. Het was hulp die door de overheid werd omarmd “en ook duidelijk maakte hoe belangrijk het is dat de overheid integraal denkt en doet: 360 graden crisismanagement”. Dat belang neemt in de toekomst alleen maar verder toe, want burgerhulp is een beweging “die steeds groter wordt”, zei ze. “De overheid kán ook niet alles alleen blijven doen. De drive van burgers om te helpen, die emotionele betrokkenheid, die is er en die blijft. Sociale media versterken die betrokkenheid. Daar kun je allerlei filosofieën op loslaten, maar die gaat niet weg. Als dat gebeurt, dan is het de kunst dat je je als overheid en crisisteam niet laat overvallen, maar dat je weet wat je op het moment-U moet doen om samen op te trekken. Het is daarom noodzakelijk daar nu al samen over na te denken.”

Spontane burgerhulp: zorg of zegen?

Burgers in de leeftijdscategorie van 55 tot 68 jaar verlenen in Noord-Holland Noord het vaakst hulp, spontane burgerhulp komt het meeste voor bij verkeersongevallen en onwelwordingen en hulp wordt in de meeste gevallen aangeboden in de vorm van het geruststellen van het slachtoffer, het verlenen van eerste hulp en het inschakelen van hulpdiensten. Dit tekent Evelien Tromp op in haar scriptie ‘Spontane burgerhulp – zorg of zegen’, die in juni dit jaar het levenslicht zag. De huidige trainee en voormalig stagiaire Risico- en Crisisbeheersing bij Veiligheidsregio Noord-Holland Noord deed hiervoor survey-onderzoek in onze regio en interviewde ervaringsdeskundigen. “De kracht van burgerhulpverlening is de snelheid, de ondersteuning van hulpdiensten wanneer die nog niet (volledig) zijn opgeschaald en het improvisatievermogen”, zegt ze. “Daar staat tegenover dat burgers in de weg kunnen lopen, zich niet goed geïnstrueerd op de plaats van een incident bevinden en vanuit onwetendheid verkeerd kunnen handelen. Daardoor kunnen zij zelf gevaar lopen, maar ook de afwikkeling van de ramp of crisis belemmeren of zelfs schade toebrengen.” Een goede rolverdeling tussen de hulpdiensten en burgerhulpverleners is haalbaar, maar dat vraagt nog wel de nodige inspanningen, is op te maken uit haar aanbevelingen. “Hoewel veel professionele hulpverleners die ik sprak er in de kern goede ervaringen mee hebben, zien ze burgerhulp toch vooral als obstakel. Die ‘mindset’ moet om. Er is een open blik nodig. Dan gaat het voor de veiligheidsregio eerst om het werken aan bewustwording en daarna het creëren van breed draagvlak. Zo zet je steeds verdere stappen, denk aan het inbedden van de thematiek in de vakbekwaamheidsprogramma’s.” Uit haar onderzoek en de gesprekken is naar voren gekomen dat de veiligheidsregio zichzelf op het punt van burgerhulpverlening – waar het gaat om grote incidenten, rampen en crises – het beste een coördinerende rol kan aanmeten. In een ondersteunende rol dreigt het gevaar van gebrek aan begeleiding, in een organiserende rol ligt betutteling op de loer. De praktische inbedding lijkt het meest logisch – zoals ook landelijk al min of meer uitgesproken – in de kolom Bevolkingszorg. Evelien noemt het “laagdrempelig bespreekbaar maken” van burgerhulpverlening een goed startpunt. “Dan denk ik dus niet aan officiële, lijvige documenten, maar aan bijvoorbeeld een flyer ter bespreking door de leden van de crisisteams CoPI en ROT en voor op de koffietafel in de brandweer- of ambulancepost. Als eerste aanzet tot nadenken.” De komende twee jaar hoopt zij in haar functie van trainee met de thematiek aan de slag te gaan.