NL-Alert: als de nood aan de man is


NL-Alert. Vrijwel iedereen heeft er wel van gehoord en gemiddeld ontvangen negen op de tien Nederlanders van twaalf jaar en ouder de halfjaarlijkse testberichten op hun mobiel. Maar wat is NL-Alert eigenlijk precies? Waarom is het opgericht? En wie besluit of een bericht uitgaat? Code Oranje legde expert risico- en crisiscommunicatie Evelien Tromp van de veiligheidsregio vijf vragen voor.

Wat is een NL-Alert eigenlijk precies?

“NL-Alert waarschuwt en informeert over noodsituaties en doet dat met een specifieke boodschap voor een specifieke doelgroep. Het is een zwaar alarmeringsmiddel – géén communicatiemiddel - en wordt dan ook niet zomaar ingezet. Er moet echt sprake zijn van levens- en gezondheidsbedreigende situaties, zoals een grote brand, terroristische aanslag of onverwacht noodweer. Tot de komst van NL-Alert konden we maar beperkt alarmeren. We hadden de zogenoemde WAS-palen (de gemeentelijke sirene, red.), maar daar konden we slechts een algemeen signaal mee uitsturen. NL-Alert komt binnen op mobiele telefoons, digitale reclameschermen en reisinformatieschermen van trein, bus, tram en metro. Het bereik is dus groot, veel groter ook dan bijvoorbeeld van radiozenders. Een bijzonderheid is ook dat de meeste landen in de EU van deze technologie en systematiek gebruik maken.”

Wie bepaalt of en wanneer een NL-Alert wordt uitgestuurd?

“Bij acute situaties waarbij (nog) niet is opgeschaald naar GRIP 1 of hoger, heeft elke officier van dienst (OvD) en de calamiteiten coördinator (CaCo) op de meldkamer het mandaat een NL-Alert te (laten) versturen. Vanaf GRIP 1 of hoger, verschuift het mandaat naar de leider van het crisisteam ter plaatse (Leider CoPI) en/of de Operationeel Leider van het Regionaal Operationeel Team (ROT). Afhankelijk van de inhoud van het bericht is er afstemming met de Voorlichter van Dienst. De voorlichter kan bij het opstellen gebruik maken van een reeks standaardsjablonen en geeft het definitieve bericht door aan de calamiteitencoördinator (CaCo) in de gemeenschappelijke meldkamer van ambulancedienst, brandweer en politie. Die zorgt dat het wordt uitgezonden.”

Hoe wordt het ‘uitzendgebied’ bepaald?

“Dat doet de CaCo, in overleg met de Leider CoPI. Hij kijkt welke zendmasten het bericht moeten uitzenden en voert het in in een speciaal uitgiftesysteem tussen de meldkamer en de zendmasten, ook wel ‘broker’ genoemd. Dit systeem zet het bericht om in een opdracht aan de vastgestelde zendmasten en die sturen het uit. Vervolgens krijgt iedereen in het gebied die deze zendmasten aanstraalt een uur lang de NL-Alert in zijn scherm. Dat geldt ook bijvoorbeeld voor passanten die een half uur na het uitgeven van het bericht het gebied inrijden dat door de zendmasten wordt bediend.”

“Het belangrijkste voordeel is dat het een heel gemakkelijk middel is om snel een grote geselecteerde groep mensen te kunnen bereiken”

Hoe kan het dat mensen buiten het doelgroepgebied soms een NL-Alert ontvangen?

“Als op de landkaart de cirkel wordt getrokken voor het betreffende gebied, dan kan het zijn dat zendmasten worden meegenomen die precies op de grens staan. Dan belandt een NL-Alert soms relatief ver buiten het geselecteerde gebied. Ik herinner me een voorbeeld dat een NL-Alert voor Broek op Langedijk in Limmen belandde – en dan op de ene telefoon wel en de andere telefoon niet. Dat heeft dus echt met de zendmastverbinding en de provider te maken, niet met een verkeerde gebiedsbepaling.”

Wat is het grote voordeel van NL-Alert?

“Het belangrijkste voordeel is dat het een heel gemakkelijk middel is om snel een grote geselecteerde groep mensen te kunnen bereiken. NL-Alert maakt maatwerk mogelijk in de eerste alarmering. Tegelijkertijd werken wij voor de follow-up aan manieren om tijdens grote incidenten al zoveel mogelijk vragen af te kunnen vangen. Dat doen we door te verwijzen naar het Twitteraccount van de veiligheidsregio en daar weer verder te geleiden naar de incidentpagina’s op onze website. Daarop laten we gedetailleerd zien wat te doen in bijvoorbeeld het geval van hitte of wateroverlast. Mensen kunnen met die informatie aan de slag. We zijn momenteel bezig om bekendheid aan die pagina’s te geven, zodat iedereen weet dat ze bestaan. In die informatie worden heel veel vragen beantwoord.”