Gemeentesecretaris Guy Heemskerk: Is er een raadsvergadering, dan ben ik weg
Gemeentesecretaris Guy Heemskerk van Heiloo startte half november met de opleiding tot algemeen commandant bevolkingszorg. Hij zit door de ambtelijke fusie van de BUCH-gemeenten (Bergen, Uitgeest, Castricum, Heiloo) tot over zijn oren in het werk, maar roosterde zichzelf vier dagen vrij om in de schoolbanken te kunnen zitten. “De veiligheid blijft trekken.”
Zijn er veel incidenten gebeurd in die periode?
“Niet veel, maar er zijn in die jaren voor Hoornse begrippen echt wel grote incidenten geweest. In mei 2011 vielen er gewonden toen bij een kickboksgala werd geschoten. Vier jaar eerder hadden we al te maken met een ernstige waterleidingbreuk waarvan de wijde regio hinder had. Dat waren momenten waarop we als gemeente actief waren. En vorig jaar hebben we in Hoorn tien dagen crisisopvang van asielzoekers gehad. Dat was ook een flinke gebeurtenis, ook al doordat er toen in de samenleving veel discussie was over de opvang van vluchtelingen.”
Is de functie van algemeen commandant bevolkingszorg te combineren met de drukke baan van gemeentesecretaris?
“Ik zie daar geen problemen in. Ik kom eens in de zes weken zeven dagen lang op hard piket te staan. Dan ben ik 24 uur per dag oproepbaar en inzetbaar. Ik woon in Heiloo en ga bij grote incidenten en calamiteiten naar Alkmaar om aan te schuiven bij het regionaal crisisteam. En dat gaat dan even voor. Als ik word opgeroepen tijdens een college- of gemeenteraadsvergadering, dan ben ik weg. Ik kan in dat team van grotere waarde voor de samenleving zijn dan in een collegevergadering of gemeenteraad. Ik kan daar de acute nood helpen lenigen en al tijdens de calamiteit zorgen dat er ook oog voor de nazorg komt.”
Hoe kijkt u naar bevolkingszorg? Mensen zijn steeds zelfredzamer tenslotte …
“Ik was vroeger hoofd opvang en verzorging bij de gemeente Hoorn. Daar hadden we alles tot in de puntjes voorbereid: er waren sporthallen gereed, documentatie in verschillende talen, we hadden zelfs knuffels ingeslagen. Het is allemaal nooit nodig geweest. In de praktijk plegen mensen een telefoontje, komt een auto voorrijden en zijn ze weg. Er blijven misschien maar tien mensen over voor wie je opvang moet organiseren. Mensen doppen steeds vaker hun eigen boontjes. Aan de andere kant: tijdens een ramp of incident accepteren mensen heel veel. Maar daarna komen altijd vragen. Die informatiekant wordt steeds belangrijker. Het is spannend en interessant om daarin een rol te hebben.”