Drie talen in een sporthal
Hoe regel je bevolkingszorg op een eiland dat in de late avonden en nacht geen bootdienst met het vaste land onderhoudt? ‘Code Oranje’ reisde af naar Texel en sprak met Piet Bolier, één van de zes officieren van dienst (ovd’s) Bevolkingszorg op het eiland en adviseur crisisbeheersing/openbare orde en veiligheid Naomi Priems.
Hoe was bevolkingszorg hier van oudsher geregeld?
"Ik was thuis, werd uit mijn bed gebeld en ben aan de slag gegaan. Dingen regelen. Ik keek doorlopend wat ik nodig had. Vervolgens organiseerde ik het zelf of zorgde ik dat het werd georganiseerd. Handen uit de mouwen, oplossen wat moest worden opgelost. Dat ging de hele dag door. Ik was aan het einde van de rit meer dan twaalf uur in touw. Alles was in de tussentijd opgeschaald met versterking van ‘de overkant’, behalve de bevolkingszorg. Voor de officier van dienst was geen buddy, versterking of aflossing. Je ging door. Op een gegeven moment stond ik in de sporthal mensen in drie talen te woord. Niet mijn taak, maar je deed wat nodig was. Ik merkte wel dat de dynamiek veranderde toen de versterkingen van het vasteland arriveerden. Op zo’n moment zie je ook hoe belangrijk het is om met elkaar in een groter geheel te oefenen."
Wat maakt oefenen met elkaar zo belangrijk?
Piet Bolier: “We leven hier op een eiland. Zelfredzaamheid is ons met de paplepel ingegoten. De eerste twee, drie uur van een incident staan we er alleen voor. Dat weten we. Op die momenten zie je de kracht van de kleine gemeenschap en het ‘ons kent ons’. Een kraan nodig? Dan kijk ik in mijn telefoonlijst, bel ik een aannemer en dan staat die kraan er. Maar bijvoorbeeld het evacueren van mensen is een taak van de politie. Bij de brand in de J’elleboog haalden agenten van elders de mensen uit hun huizen. En toen de vraag viel of we écht alle adressen hadden gehad, bleef het even stil. Op die momenten merk je hoe belangrijk het is om samen te oefenen, procedures en elkaar te kennen, te weten wie je moet benaderen en te weten wat je aan elkaar hebt.”
We leven hier op een eiland. Zelfredzaamheid is ons met de paplepel ingegoten."
Is bevolkingszorg op Texel na de brand in de J’elleboog anders georganiseerd?
Naomi Priems: “Niet ingrijpend, maar sinds vorig jaar werken we wel anders. Toen zijn we meegegaan in de beweging die heel Noord-Holland Noord maakte. Met het realiseren van het expertteam wordt echter niet alles geheel door de veiligheidsregio afgedekt. Om die reden hebben wij toen - in overleg met de veiligheidsregio - besloten om zes officieren van dienst voor Texel in te zetten. Voor hen is de belasting – eens in de zes weken zeven dagen lang een 24-uurs piketdienst – niet zwaarder dan elders. Maar voor de gemeente Texel is het financieel wél een zwaardere belasting. Nu, anderhalf jaar later, kijken we samen met de veiligheidsregio hoe dat loopt.”
Hoe kijken jullie praktisch gezien terug op die afgelopen periode?
Naomi Priems: “We hebben bevolkingszorg zo georganiseerd dat we in alles aansluiten op het regionale Expertteam Bevolkingszorg. Opleiden en oefenen is in handen van de veiligheidsregio. Het informele is eruit, we werken volgens de procedures die regionaal gelden. Dat gebeurt gericht en consequent. Alleen maken onze ovd’s bevolkingszorg (nog) geen deel uit van het regionale Expertteam Bevolkingszorg, zoals de andere twaalf officieren van dienst (in het team Oost en West) dat doen. Texel is onderdeel van de veiligheidsregio, we willen daar ook daadwerkelijk in alle opzichten deel van uitmaken. Het organiseren is wellicht iets lastiger vanwege de fysieke bereikbaarheid, maar wij zien dat vooral als een mooie uitdaging. We willen hoe dan ook geen uitzondering zijn.”