Nieuwszender met wettelijke rampentaak
Partner in het veld: NH Nieuws
Bij incidenten en calamiteiten trekt Veiligheidsregio Noord-Holland Noord – óók als het gaat om bevolkingszorg – regelmatig met andere partijen op. Een ervan is NH Nieuws, de regionale omroep die bij grote incidenten (soms) de wettelijke taak van calamiteitenzender heeft. Code Oranje sprak met Marije de Nijs, eindredacteur en coördinator van het NH Nieuws Netwerk.
Kun je iets vertellen over NH Nieuws?
“NH Nieuws is de regionale omroep van Noord-Holland. Met vijftien regio-verslaggevers in het veld en een grote groep bureauredacteuren, presentatoren en technici brengen we dagelijks nieuws uit de gehele provincie via internet, radio, televisie en sociale media. Daarnaast hebben we een wettelijke taak als calamiteitenzender. Bij grote rampen en incidenten kunnen we worden ingezet voor gerichte informatievoorziening aan de bevolking. Vanuit die taak voeren we een aantal malen per jaar overleg met de veiligheidsregio, de politie en het Openbaar Ministerie. Namens NH Nieuws ben ik sinds dit jaar bij die overleggen betrokken. Daarin evalueren we de samenwerking. Dan gaat het om dingen zoals de bevoegdheid die de veiligheidsregio heeft bij rampen ‘in te breken’ op onze uitzendingen. We kijken naar de vorm die dat heeft en wisselen ideeën uit.”
“Wij krijgen geen voorkeursbehandeling. Gelukkig maar. Dat zou ook niet moeten”
Wringt het om tegelijkertijd nieuwszender en calamiteitenzender te zijn?
“Ja, dat kan schuren. Ik heb in het overleg met de andere partijen wel eens gezegd dat een bepaald spanningsveld onvermijdelijk is. Aan de ene kant zijn we een journalistiek nieuwsbedrijf, een waakhond die de macht controleert. We doen ook wel eens onderzoek naar veiligheidsregio’s of bijvoorbeeld aanrijdtijden en publiceren daar dan ook over. Tegelijkertijd zijn we bij ernstige incidenten een partner van de veiligheidsregio en kan het voorkomen dat we samen optrekken. Dat kan een diffuus beeld geven. Daarom is het ook goed en belangrijk dat we overleggen. Als alle posities helder zijn, dan kunnen geen misverstanden ontstaan.”
In Noord-Holland Noord was het lange tijd onduidelijk wie de voorlichting deed bij rampen. Soms was dat de politie, soms de brandweer. Tegenwoordig levert de veiligheidsregio altijd een voorlichter van dienst. Een verbetering in jullie ogen?
“Ja. Het is nu duidelijk geregeld en we weten precies bij wie we moeten zijn. Een pluspunt is dat de voorlichter van de veiligheidsregio al heel snel begint te twitteren. Dat is fijn voor de media, die daardoor zelf snel de eerste berichten kunnen brengen. Het zorgt ook dat de telefoon van de voorlichter wat minder roodgloeiend komt te staan. Voor ons specifiek – ook met de gedachte van calamiteitenzender in het achterhoofd – is die manier van werken ook zeer plezierig. Aan de cijfers kunnen we zien dat mensen ons bij rampen en calamiteiten altijd snel weten te vinden. Hoe eerder wij het publiek kunnen informeren, hoe beter.”
Rukken jullie vanuit jullie positie als nieuwszender snel uit bij calamiteiten?
“Ja. We schalen liever driemaal te snel en voor niets op dan dat we driemaal te laat zijn. Een klein brandje doen we af met een kort bericht op de website. Maar als we te maken hebben met een incident van iets meer omvang, dan gaan we er al snel op af met een eerste verslaggever. Die kan met zijn telefoon live beelden streamen via onze website en via onze Facebookpagina, de meest geraadpleegde bron van rechtstreeks calamiteitennieuws.
Als het groot blijft, dan komt er in de regel snel een tweede verslaggever en een cameraman bij. Zo kunnen we al onze kanalen – internet, radio en televisie - goed bedienen. Dat zag je bijvoorbeeld ook bij de berichtgeving over het grote gaslek in Alkmaar afgelopen oktober.”
Zie je in dergelijke situaties iets van de samenwerking terug?
“Bij calamiteiten hebben we elk ons eigen belang. Voor een deel overlapt dat: de veiligheidsregio wil de bevolking informeren, wij willen nieuws brengen. Maar soms is nieuwsvoorziening iets meer en iets anders dan publieksvoorlichting en stellen wij de vragen die ook andere nieuwsmedia stellen. Dat is ons werk, maar het betekent niet dat wij wel een antwoord krijgen en de rest niet. Wij krijgen geen voorkeursbehandeling. Gelukkig maar. Dat zou ook niet moeten. Het enige onderscheid tussen ons en andere media is dat wij altijd de gedachte van de calamiteitenzender in ons achterhoofd hebben. Als puntje bij paaltje komt, dan hebben we ook een andere taak. En daar zijn we ons bewust van.”